Het gebeurt steeds weer: een woordenwisseling met mijn dochter Jinte eindigt ermee dat ze boos wegloopt. Jinte is acht jaar oud, en net als veel kinderen van haar leeftijd heeft ze een flinke dosis temperament. Maar eerlijk? Soms maakt het me radeloos. Ik wil haar leren om haar gevoelens onder woorden te brengen en conflicten samen op te lossen, maar hoe doe je dat als je kind elke keer wegrent zodra het lastig wordt?
Het begint klein, maar eindigt groot
Vaak begint het met iets kleins. Ze luistert niet, zelfs niet na meerdere waarschuwingen. Ik zeg er wat van, probeer rustig te blijven, maar ze voelt zich aangevallen en wordt boos. Haar gezicht betrekt, haar vuistjes ballen zich samen en voor ik het weet, stormt ze de kamer uit en slaat de deur achter zich dicht.
Het maakt me gek. Ik weet dat schreeuwen of boos worden geen zin heeft, maar het voelt zo oneerlijk. Hoe moet ik haar leren om een meningsverschil op een volwassen manier op te lossen als ze elke keer wegloopt? Als ik haar wil uitleggen waarom iets belangrijk is, heeft ze zich al afgesloten. Dan zit ze op haar kamer en weigert ze te luisteren.
Ik weet dat het normaal is op deze leeftijd. Kinderen leren omgaan met emoties, en soms overweldigt het ze gewoon. Maar dat maakt het niet makkelijker.
Onmacht en frustratie
Als ze boos wegrent, blijft er een gevoel van onmacht achter. Ik wil haar laten zien dat je niet hoeft te vluchten voor een conflict, dat je samen kunt praten en tot een oplossing kunt komen. Maar hoe bereik ik haar als ze zich afsluit?
Wat me misschien nog wel het meest raakt, is dat ik haar soms hoor snikken in haar kamer. Dan denk ik: Had ik het anders moeten aanpakken? Had ik rustiger moeten blijven?
Soms lijkt het alsof ze zichzelf zo opwindt dat ze de controle helemaal verliest. Er zijn momenten geweest dat ze zichzelf pijn deed door tegen iets aan te slaan of wild met haar armen te zwaaien. Dat breekt mijn hart. Ik wil naar haar toe, haar vasthouden, zeggen dat het goed komt. Maar als ik haar kamer binnenloop, roept ze vaak: “Laat me met rust!”
En dat is misschien nog wel het moeilijkste. Want hoe laat je je kind met rust terwijl je haar alleen maar wilt troosten?
Geen oplossing, maar liefde
Ik heb inmiddels geleerd dat praten direct na een ruzie geen zin heeft. Jinte moet eerst afkoelen. En eerlijk gezegd? Dat helpt mij ook. Als ik haar tien minuten de tijd geef en daarna rustig naar haar kamer ga, zie ik vaak een ander kind. Dan zit ze op haar bed met haar knuffel in haar armen, haar ogen rood van de tranen.
Soms kijkt ze me dan stil aan, met een blik die me direct raakt. “Het spijt me, mama,” zegt ze dan zacht.
En op dat moment besef ik dat het voor haar net zo zwaar is als voor mij. Dat ze zich achteraf ook schuldig voelt, ook al weet ze nog niet hoe ze daar woorden aan moet geven.
In plaats van haar nogmaals uit te leggen waarom ze beter moet luisteren of hoe we het volgende keer anders kunnen doen, zeg ik meestal maar één ding: “Ik hou van je.”
Ik geef haar een knuffel en voel hoe ze zich ontspant in mijn armen. En vaak is dat genoeg. Soms is er geen lange uitleg nodig, geen analyse van wat er misging. Soms is liefde de enige oplossing.
Ruimte geven, maar blijven
Ik hoop dat Jinte met de jaren leert om haar emoties beter te reguleren. Dat ze begrijpt dat ze niet hoeft weg te rennen als iets moeilijk is, maar dat we er samen uit kunnen komen.
Maar tot die tijd probeer ik haar de ruimte te geven die ze nodig heeft. Hoe moeilijk dat soms ook is.
Want wat ze misschien wel het meest nodig heeft, is een moeder die blijft.
Zelfs als ze boos is.
Zelfs als ze wegloopt.