De vergrijzing dwingt Nederland tot een harde realiteit: we zullen in de toekomst simpelweg langer moeten doorwerken. Dat stelt Marnix van Rij, bestuurslid van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) én voormalig staatssecretaris.

In een interview met het ANP benadrukt hij dat de betaalbaarheid van pensioenen en de gezondheidszorg onder druk komt te staan. De boodschap is duidelijk: langer werken is geen luxe, maar noodzaak.
Volgens een recente analyse van het IMF is “70 het nieuwe 50”. Ouderen zijn tegenwoordig gezonder, fitter en geestelijk scherper dan enkele decennia geleden. Dankzij een betere levensstijl, medische vooruitgang en toegenomen kennis blijven mensen langer actief. Die ontwikkeling vraagt ook om een andere kijk op de pensioenleeftijd, die inmiddels al niet meer op 65 ligt, maar langzaam richting 67 en 68 schuift.
Vanuit zijn standplaats in de Verenigde Staten stelt Van Rij dat Nederland zijn werkwijze moet aanpassen aan die van andere delen van de wereld. In veel Aziatische landen is het al normaal dat mensen doorwerken zolang ze gezond zijn. Nederland zal volgens hem dezelfde weg moeten inslaan. Dit vraagt niet alleen om individuele bereidheid, maar ook om nieuw beleid en politieke moed.
Van Rij, geboren in 1960, haalt zichzelf aan als voorbeeld. Hij verwacht – en hoopt – door te kunnen werken tot zijn 75e, zolang zijn gezondheid het toelaat. Werk hoeft volgens hem niet per se betaald te zijn om waardevol te blijven. “Je kunt ook productief zijn in vrijwilligerswerk of als actieve grootouder”, zegt hij. Hij doelt daarmee op de cruciale maatschappelijke rol van ouderen die hun tijd, kennis en ervaring inzetten op andere manieren.
Toch maakt Van Rij een belangrijke kanttekening: mensen met zware beroepen kunnen niet altijd blijven doorwerken tot op hoge leeftijd. Denk aan bouwvakkers, verpleegkundigen of fabrieksarbeiders. Voor deze groepen moet er volgens hem ruimte zijn voor omscholing of alternatieve vormen van maatschappelijke bijdrage, zonder dat zij worden afgeschreven.
Nederland heeft de pensioenleeftijd al verhoogd, maar dat is pas het begin. Andere landen staan nog aan het begin van deze ingrijpende verandering. Toch waarschuwt het IMF dat het vasthouden aan oude structuren ons in de toekomst duur zal komen te staan. De huidige welvaart is niet vanzelfsprekend, en die kunnen we alleen behouden als we bereid zijn om ons aan te passen.
Een fundamentele herziening van hoe we ouderdom en arbeid bekijken, is volgens het IMF onvermijdelijk. Het gaat niet alleen om geld, maar ook om hoe we als samenleving omgaan met ouder worden. Ouderen uitsluiten van arbeid is niet meer van deze tijd. Hun kennis en ervaring zijn juist essentieel voor de toekomst.
Daarnaast wijst het IMF op het belang van flexibiliteit. Niet iedereen hoeft op dezelfde manier bij te dragen. Sommigen kunnen blijven werken in hun vakgebied, anderen kunnen overstappen naar lichtere taken of vrijwilligerswerk. Wat telt, is dat we een inclusieve samenleving bouwen waarin iedereen ertoe doet, ongeacht leeftijd.
De discussie over de pensioenleeftijd raakt aan diepere vragen over solidariteit, gezondheid en economische houdbaarheid. Willen we onze sociale voorzieningen overeind houden, dan moeten we durven loslaten wat ooit vanzelfsprekend leek. Vergrijzing is geen probleem, het is een realiteit die vraagt om actie.
Wat betekent dit concreet? Voor werkgevers betekent het nadenken over leeftijdsbewust personeelsbeleid. Voor de overheid betekent het investeren in om- en bijscholing. Voor individuen betekent het nadenken over een loopbaan die zich uitstrekt tot ver na het traditionele pensioen. En voor de samenleving betekent het het herwaarderen van ouderdom als een periode van potentie, niet van verval.
Doorwerken tot je 70e of zelfs 75e klinkt misschien zwaar, maar met de juiste ondersteuning, werkomstandigheden en waardering, hoeft dat het niet te zijn. Sterker nog: het kan zorgen voor een vitale, betrokken en economisch krachtige oudere generatie. Precies wat Nederland de komende decennia hard nodig heeft.
De toekomst vraagt om aanpassing, niet om angst. Als we het slim aanpakken, kan langer doorwerken een zegen zijn – voor onszelf én voor de generaties na ons.