Het idee alleen al gaf me een schuldgevoel. We hebben altijd eerlijk gesproken over onze financiën, samen gespaard voor vakanties, de verbouwing van ons huis en de toekomst van onze kinderen. Maar ondanks die transparantie, bleef de onzekerheid aan me knagen. Niet omdat Annelies me een reden gaf om haar niet te vertrouwen, maar omdat het leven onvoorspelbaar is.
Misschien heeft mijn jeugd daar iets mee te maken. Mijn ouders leken altijd gelukkig, tot ze na twintig jaar huwelijk plotseling uit elkaar gingen. Die breuk bracht hen niet alleen emotioneel, maar ook financieel in de problemen. Ik denk dat die ervaring me voorzichtiger heeft gemaakt.
Het begon klein. Elke maand zette ik een paar tientjes apart, ongemerkt weggesluisd van mijn salaris. In het begin voelde het alsof ik een grens overschreed, maar na verloop van tijd werd het routine. Nu, jaren later, staat er een paar duizend euro op die rekening. Het is geen fortuin, maar genoeg om me een gevoel van veiligheid te geven. Als ik ’s nachts wakker lig en nadenk over wat de toekomst kan brengen, geeft het me rust. Het is mijn geheime plan B, een back-up die ik hoop nooit te hoeven gebruiken.
Annelies weet van niets. Ze vertrouwt me volledig, en dat maakt het allemaal nog pijnlijker. Soms kijken we samen naar onze gezamenlijke bankrekening, en dan lacht ze terwijl ze grapt over onze spaardoelen. “Misschien kunnen we ooit wel een tweede huisje kopen,” zegt ze dan. En ik lach met haar mee, terwijl ik me van binnen een verrader voel. Want hoe leg je zoiets uit? Hoe vertel je aan iemand van wie je houdt dat je een uitweg hebt voorbereid, voor het geval het misgaat?
Er zijn momenten waarop ik me afvraag of ik te ver ben gegaan. Is het ethisch om dit te doen? Zou het minder erg zijn als ik het haar zou vertellen? In mijn hoofd speel ik haar mogelijke reacties af. Teleurstelling, boosheid, verdriet. Misschien zou ze mijn acties interpreteren als een gebrek aan vertrouwen in onze relatie, en ergens zou ze daarin gelijk hebben. Toch blijft dat stemmetje in mijn hoofd fluisteren dat ik goed heb gehandeld. Het leven is onzeker, en niemand kan voorspellen wat de toekomst brengt.
Ik probeer mezelf wijs te maken dat ik dit ook voor haar doe, voor ons beiden. Want wat als onze relatie ooit stukloopt? Wat als we plotseling allebei met niets achterblijven? Dan heb ik in ieder geval iets om op terug te vallen. Maar eerlijk gezegd weet ik dat dat niet waar is. Dit gaat niet over ons. Dit gaat over mij, over mijn angst. Angst om afhankelijk te zijn, angst om alles kwijt te raken als het misloopt.
Soms overweeg ik om alles op te biechten. Om de rekening op te heffen en het gespaarde geld naar onze gezamenlijke rekening over te maken. Misschien zou het een teken van vertrouwen zijn, een manier om de twijfel los te laten. Maar iets houdt me tegen. Misschien is het angst, misschien is het de drang naar die laatste vorm van zekerheid. Het voelt alsof die geheime rekening een stukje controle is in een wereld vol onzekerheden.
Ik weet niet of ik haar ooit de waarheid zal vertellen. Misschien ontdek ik op een dag dat het nooit nodig was, dat ons huwelijk sterker is dan mijn angsten. Misschien blijft het altijd mijn kleine geheim, begraven onder een laag van schuldgevoel en zelfbescherming. Voor nu bestaat de rekening, als een stille getuige van mijn twijfel en mijn verlangen naar veiligheid.
Maar terwijl ik hierover nadenk, vraag ik me af wat belangrijker is: het beschermen van mezelf of het vertrouwen in mijn relatie. Het antwoord lijkt eenvoudig, maar de praktijk voelt een stuk ingewikkelder. Wat ik wel weet, is dat ik hoop dat het plan B nooit werkelijkheid hoeft te worden. Misschien is dat de grootste paradox van dit alles: ik hoop vurig dat mijn twijfel onterecht is, terwijl ik tegelijkertijd vastklamp aan mijn geheime vangnet.