Dit zijn dingen die je écht alleen herkent als je in de jaren ’50 of ’60 kind was

De jeugd van nu groeit op met smartphones, tablets en alles binnen handbereik. Maar wie in de jaren ’50 of ’60 kind was, weet nog hoe anders het leven toen was. Eenvoudiger, langzamer en vaak met meer regels – maar ook met een soort rust en structuur die nu weleens wordt gemist. Sommige gewoontes uit die tijd zijn haast niet voor te stellen voor jongere generaties, maar ze roepen bij velen warme herinneringen op. Herken jij ze nog?

Schoolmelk: een dagelijks ritueel

Bijna elk kind kreeg op school een klein glazen flesje melk. Met een zilverkleurig dopje en vaak iets te lauw, maar het hoorde erbij. De schoolmelk was bedoeld als gezond tussendoortje – een manier om kinderen sterker te maken. Niet iedereen vond het lekker, maar niemand vroeg of je liever iets anders wilde. Je dronk het op. Punt.

Schrobben, met de hand

In veel buurten was het een wekelijks ritueel: je moeder – of jij zelf – stond met een emmer sop en een bezem de stoep te schrobben. Niet omdat het moest van de gemeente, maar omdat je als gezin je straat schoon hield. Het zorgde voor een net aanzien én voor contact met de buren, want iedereen was tegelijk bezig. Soms werd er zelfs regenwater opgevangen om de stoep mee te doen.

Leren schrijven met een kroontjespen

Voordat de balpen gemeengoed werd, leerden kinderen schrijven met een kroontjespen. Een losse penpunt die je in een houten houdertje stak, en waarmee je inkt uit een inktpotje moest opzuigen. Het vergde geduld en een vaste hand – want een foutje betekende: opnieuw beginnen. Inktvlekken op je vingers en op je schrift waren aan de orde van de dag.

Zondag betekende: nette kleren aan

De zondag was een dag apart. Je ging naar de kerk, op visite of gewoon netjes aan tafel met het gezin. En dat betekende: je zondagse kleren aan. Jurkjes met strikjes, een gestreken overhemd, nette schoenen – ongeacht het weer of je zin. Spelen in die kleren was eigenlijk niet de bedoeling, maar gebeurde stiekem toch weleens.

Buiten spelen was de norm

Als kind in de jaren ’50 of ’60 was je het grootste deel van de dag buiten. Regen of zonneschijn, het maakte niet uit. Je speelde op straat, in het gras, of in steegjes. Met een springtouw, knikkers of een oude autoband. Je kwam alleen naar binnen als het eten klaar was – of als je moeder riep met de welbekende zin: “NU naar huis komen!”

Je dekte de tafel met servetten en bestek

Voor elke maaltijd – en zeker op zondag – werd de tafel netjes gedekt. Met stoffen servetten, een tafelkleed en het juiste bestek. Je ging niet zomaar zitten. Er waren vaste plekken, en je wachtte tot iedereen er was. Daarna werd er gebeden voor het eten – ook op school trouwens – en je bleef zitten tot iedereen klaar was met eten.

De kolenkachel als hart van het huis

Veel huizen werden nog verwarmd met een kolenkachel. De kolenkit stond naast de kachel en moest regelmatig bijgevuld worden. Als kind keek je met fascinatie naar het flikkerende vuur achter het ruitje. Het hele gezin verzamelde zich in de kamer waar de kachel stond, want elders in huis was het koud.

De was doen was een dagtaak

De wasmachine, zoals we die nu kennen, bestond toen nog niet in elk huishouden. Moeders – en vaak ook dochters – stonden op maandag de was te doen met een tobbe, een wasbord en een wringer. Daarna werd de was opgehangen aan de waslijn in de tuin of op het balkon. Als het regende? Dan hing het hele huis vol lakens en hemden.

Op bezoek gaan was écht iets bijzonders

Een keer per week ging je met het hele gezin “op visite”. Meestal naar opa en oma, of een tante. Je zat netjes op de bank, kreeg een koekje (één!) en luisterde beleefd naar de grote mensen. Soms mocht je spelen met het speelgoed dat daar lag, vaak was dat een doosje dominostenen of een oud spelletje.

Geen speelgoed? Dan maakte je het zelf

Speelgoed was er, maar zeker niet in overvloed. Veel kinderen maakten zelf dingen. Van houten karretjes tot poppen van lappen stof. Of je speelde simpelweg met een stok en een blikje. Creativiteit was vanzelfsprekend, en niets was zo leuk als iets bouwen met wat je maar kon vinden.

Eenvoud, regelmaat en veel saamhorigheid

Het leven was overzichtelijk. Er waren duidelijke regels, vaste gewoontes, en vooral: veel structuur. Je wist waar je aan toe was. En hoewel het soms streng voelde, zorgde het ook voor rust. De saamhorigheid in de buurt, het respect voor ouderen en de simpele vreugde in kleine dingen – dát is wat veel mensen nu nog koesteren.

Herken jij jezelf in deze herinneringen?
Of weet je nog andere dingen die typisch zijn voor opgroeien in de jaren ’50 of ’60? Deel je verhaal in de reacties en neem ons mee terug naar die bijzondere tijd van eenvoud, discipline en warmte. 



Ook interessant:

grayscale photo of people sitting on chair

Wat zat er vroeger standaard in je schooltas? Een kijkje in de boekentas uit de jaren 70 en 80

Wie opgroeide in de jaren ’70 of ’80 herinnert zich het vast nog goed: de...

Lees meer

Wat gebruikte iedereen vroeger dagelijks, maar zie je nu bijna nooit meer?

Vroeger waren er voorwerpen die zo vanzelfsprekend waren in het dagelijks leven dat je er...

Lees meer

Deze 11 foto’s laten je dingen herinneren die je bijna was vergeten!

Weet je nog, die tijd waarin het leven eenvoudiger leek en zorgen minder zwaar voelden?...

Lees meer
pink and white flowers

9 dingen die je moet regelen wanneer iemand overlijdt

Het overlijden van een dierbare is een emotioneel zware tijd, waarin er tegelijkertijd veel praktische...

Lees meer

11 Nederlandse liedjes die iedereen meezong in de jaren ’60 en ’70

De jaren ’60 en ’70 waren een gouden tijdperk voor de Nederlandse muziek. Artiesten schreven...

Lees meer

11 winkels van vroeger die we nu missen in het straatbeeld!

De afgelopen decennia hebben we afscheid moeten nemen van tal van iconische winkelketens en merken...

Lees meer