Iedere Nederlander van 67 jaar en ouder die een AOW-uitkering ontvangt, krijgt naast de maandelijkse betaling ook vakantiegeld. Dit extra bedrag wordt elk jaar in mei uitgekeerd en is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de gezinssamenstelling. Omdat de AOW-uitkering twee keer per jaar wordt aangepast, stijgt ook het vakantiegeld.
In 2025 betekent dit een hoger bedrag dan in 2024. Maar hoeveel kun je precies verwachten? En wat blijft er netto over na belasting?
De hoogte van het vakantiegeld hangt direct samen met de AOW-uitkering en de leefsituatie. Alleenstaanden ontvangen een hoger bedrag dan samenwonende of getrouwde AOW’ers. In 2024 bedroeg het vakantiegeld voor een alleenstaande AOW’er € 936. Dit bedrag stijgt in 2025 naar € 1032, een toename van bijna € 100 ten opzichte van het voorgaande jaar.
Voor AOW’ers die samenwonen of getrouwd zijn, ligt het vakantiegeld lager. In 2024 kregen zij € 668 uitgekeerd, terwijl dit in 2025 stijgt naar € 737. Dit verschil komt doordat samenwonende AOW’ers een lagere maandelijkse AOW-uitkering ontvangen dan alleenstaanden, wat doorwerkt in het vakantiegeld. Ondanks de stijging blijft het verschil aanzienlijk.
Daarnaast is er een groep die AOW met toeslag ontvangt. Dit geldt voor gepensioneerden met een partner die weinig of geen inkomen heeft. In deze situatie bedraagt de AOW-uitkering 50% van het minimumloon, oftewel ongeveer € 1000 per maand. Het vakantiegeld voor deze groep stijgt in 2025 naar € 1475.
Hoewel de bruto bedragen een goed beeld geven van de stijging in vakantiegeld, moet er rekening worden gehouden met belastingheffing. Hierdoor valt het uiteindelijke bedrag dat op de rekening verschijnt lager uit. Hoeveel belasting wordt ingehouden, hangt af van de totale inkomsten en de fiscale situatie.
Voor alleenstaanden met een AOW-uitkering blijft er van de € 1032 bruto vakantiegeld ongeveer € 750 netto over. Voor getrouwde of samenwonende AOW’ers blijft er minder over na belasting. Van de € 737 bruto vakantiegeld blijft naar schatting ongeveer € 540 netto over. Dit zijn berekeningen op basis van de huidige belastingtarieven en kunnen per persoon verschillen.
Veel AOW’ers ontvangen naast de basisuitkering ook aanvullend pensioen. Dit pensioen wordt uitgekeerd door fondsen waar men tijdens het werkzame leven aan heeft bijgedragen. In veel gevallen keren deze fondsen ook vakantiegeld uit, waardoor gepensioneerden een extra financiële buffer hebben voor de zomermaanden.
De manier waarop aanvullend pensioen wordt uitbetaald, verschilt per fonds. Sommige pensioenfondsen keren het vakantiegeld in één keer in mei uit, net als de AOW. Andere fondsen kiezen ervoor om het vakantiegeld maandelijks op te nemen in de reguliere pensioenuitkering. Hierdoor kan het totaalbedrag per gepensioneerde sterk variëren.
Niet iedere gepensioneerde ontvangt de volledige AOW-uitkering. Wie een groot deel van zijn leven buiten Nederland heeft gewoond, krijgt te maken met een korting op de AOW. Per gemist verzekeringsjaar wordt 2% van de AOW ingehouden. Dit heeft ook invloed op het vakantiegeld, dat in dergelijke gevallen lager uitvalt dan bij volledig AOW-gerechtigden.
Voor AOW’ers die niet voldoende hebben opgebouwd, bestaat de mogelijkheid om een AIO-aanvulling aan te vragen. Dit is een extra tegemoetkoming vanuit de overheid voor mensen die onder het sociaal minimum leven. Toch blijft het vakantiegeld voor deze groep aanzienlijk lager dan voor mensen met een volledige AOW-uitkering.
Het vakantiegeld in 2025 biedt AOW’ers dus een welkome financiële meevaller. Of je nu een vakantie plant, extra kosten moet dekken of gewoon wat extra geld achter de hand wilt hebben, het is goed om te weten hoeveel je kunt verwachten. De hoogte van het vakantiegeld hangt af van je situatie en je belastingafdracht, maar voor veel gepensioneerden betekent het een welkome aanvulling op hun inkomsten.
Bron: Menszine.nl
