Vol spanning zat ik in de wachtkamer, in afwachting van de 16 weken echo. De gedachte dat ik mijn kleine meisje weer zou zien, maakte me stil van vreugde. Maar toen klonk de stem van de echoscopist: “Hoera, het is een jongen!” Ik was compleet verstijfd. Wat? Een jongen? Nee, dat kon niet kloppen. Mijn hele leven droomde ik al van een dochter. Ik wist gewoon zeker dat ik een meisje zou krijgen.
Maar daar was hij, duidelijk zichtbaar op het scherm. “Kijk, het derde beentje!” zei de echoscopist vrolijk. Ik probeerde een glimlach te forceren, net als mijn man, maar we keken elkaar aan in pure verbijstering. We hadden zo verschrikkelijk graag een dochter gewild. En nu? Nu bleek het toch echt een jongen te zijn. Kerngezond en perfect, dat zeker, maar ik voelde een diep verdriet opkomen.
De dagen erna kon ik het nieuws maar moeilijk verwerken. Hoe kon ik teleurgesteld zijn in een prachtig, gezond kindje? Een jongen die ongetwijfeld de hele wereld voor me zou gaan betekenen?
Toch bleef het gevoel knagen. Ik ben 36 jaar en heb zoveel medische ellende meegemaakt. Ik mag me driedubbel gelukkig prijzen dat ik überhaupt zwanger ben. Maar toch… diep van binnen wilde ik onbewust zo graag een dochter.
Mijn man was er ook altijd zeker van geweest dat we een meisje zouden krijgen. Zelfs vóór de echo had hij tegen iedereen gezegd dat hij het al wist, dat we een dochter zouden krijgen. Maar na de echo reden we in stilte naar huis. We belden de oma’s en deden geforceerd blij. “Hoera, een kleinzoon!” Terwijl ik het liefst in huilen wilde uitbarsten.
Later die dag barstte ik dan ook in tranen uit. Ik vertelde mijn man eerlijk dat ik teleurgesteld was. Zijn reactie was allesbehalve begripvol. Hij werd boos. Hoe kon ik nu zeuren terwijl er een perfect gezond kind in mij groeide? En ja, hij had gelijk, maar toch voelde ik me alleen in mijn verdriet. Ik wist zeker dat hij ook teleurgesteld was, maar hij kon daar niet eerlijk over zijn. In plaats daarvan werd hij boos op mij.
Ik schaam me zo ontzettend. Dat ik dit voel, dat ik niet gewoon blij kan zijn met het nieuws dat we een zoon krijgen. Het idee begint al wel wat te wennen, en ik weet zeker dat ik evenveel van hem zal houden als ik van een dochter had gedaan. Maar die teleurstelling blijft aanwezig.
Er zijn zoveel vrouwen die er alles voor zouden geven om zwanger te zijn, om een zoon te krijgen. En toch voel ik me zo stom en oppervlakkig. Maar wat me nog het meest zorgen baart, is dat dit fantastische wondertje in mij misschien wel alles meekrijgt van wat ik voel.
Ik voel me verschrikkelijk rot, verdrietig en schuldig. Ik weet dat boze reacties niet zullen helpen, dus alsjeblieft, veroordeel me niet. Dit is een strijd die ik met mezelf moet aangaan, en ik hoop dat ik binnenkort de vreugde zal voelen die ik weet dat deze prachtige jongen verdient.
Bron