Elke ochtend, als ik de gordijnen openschuif, zie ik het weer: de blauwe sedan van mijn overbuurman, meneer De Vries, geparkeerd voor mijn deur. Het irriteert me mateloos. Er is altijd plek bij hem voor de deur, maar toch kiest hij keer op keer voor onze parkeerplaats.
In het begin vond ik het niet zo erg. Misschien had hij gewoon niet door dat hij steeds hetzelfde plekje koos. Maar na een paar weken begon het me op te vallen dat hij bewust bij ons parkeerde. Mijn vrouw en ik moesten regelmatig verderop in de straat parkeren, wat vervelend is met de boodschappen.
Ik besloot het subtiel aan te kaarten. Op een zonnige zaterdagmiddag, toen meneer De Vries net uitstapte, liep ik naar hem toe. “Goedemiddag, meneer De Vries. Ik zie dat u vaak bij ons voor de deur parkeert. Misschien zou u uw auto wat vaker bij uw eigen huis kunnen zetten?”
Hij keek me aan met een nietszeggende glimlach. “Oh, ik zal er op letten,” zei hij. Maar de volgende ochtend stond zijn auto er weer.
De situatie escaleerde toen mijn zoon zijn auto kreeg. Nu hadden we twee auto’s die vaak geen plek konden vinden. Ik begon ‘s avonds nerveus uit het raam te kijken, hopend dat meneer De Vries een keer elders zou parkeren. Maar nee, elke avond was het dezelfde ergernis.
Een paar weken geleden, na een lange werkdag, vond ik weer geen plek voor onze deur. Ik moest helemaal aan het einde van de straat parkeren. Geïrriteerd en uitgeput besloot ik naar de overkant te lopen en opnieuw met meneer De Vries te praten. “Het is echt vervelend dat u steeds hier parkeert,” zei ik, mijn stem trillend van frustratie. “We hebben zelf nauwelijks plek voor onze auto’s.”
Hij keek me aan met dezelfde glimlach als altijd. “Er is toch genoeg plek in de straat?” vroeg hij nonchalant.
Mijn geduld was op. “Maar het is toch logisch dat je je eigen auto voor je eigen huis parkeert?”
Hij haalde zijn schouders op en liep naar binnen zonder nog iets te zeggen. Die avond kon ik de slaap niet vatten. Waarom deed hij dit? Wat had hij hieraan?
De volgende ochtend besloot ik een stap verder te gaan. Ik schreef een brief waarin ik beleefd maar duidelijk uitlegde waarom het belangrijk was dat hij zijn auto niet bij ons voor de deur parkeerde. Ik stopte de brief in zijn brievenbus en hoopte op het beste.
Maar de dagen daarna veranderde er niets. Zijn blauwe sedan bleef ons uitzicht domineren. Ik begon na te denken over drastischere maatregelen. Misschien moest ik de gemeente inschakelen of een bordje plaatsen met ‘Privéparkeren’.
Een vriend stelde voor om er humor van te maken. “Schrijf een grappig briefje en plak het op zijn voorruit,” zei hij. “Iets als: ‘Dit is geen privéparkeerplaats van de heer De Vries. Gelieve elders te parkeren.’” Het leek me geen slecht idee.
Dus, op een avond, maakte ik een komisch bordje en hing het aan zijn ruitenwisser. De volgende ochtend was het bordje weg en stond de auto er nog steeds. Het had geen effect gehad. Mijn vrouw en ik wisten niet meer wat we moesten doen.
Lezers, hebben jullie advies? Hoe gaan jullie om met hardnekkige buren die geen rekening houden met de parkeerplekken? Alle tips zijn welkom, want we weten echt niet meer wat te doen. Ik hoop dat we samen een oplossing kunnen vinden voor dit probleem dat ons al maanden dwarszit.