Ik begrijp dat mijn standpunt controversieel is en veel mensen boos kan maken, maar ik ben ervan overtuigd dat stemrecht een verantwoordelijkheid is die niet zomaar aan iedereen gegeven moet worden. Ik geloof dat een bepaald niveau van basiskennis en inzicht essentieel is om weloverwogen beslissingen te nemen over de toekomst van ons land. Mijn mening is niet bedoeld om mensen zonder diploma neer te kijken, maar ik denk dat complexe politieke en economische vraagstukken een zekere mate van achtergrondkennis vereisen.
Zelf kom ik uit een gezin waar onderwijs nooit vanzelfsprekend was. Mijn ouders hebben geen hogere opleiding afgerond, en politieke discussies kwamen bij ons thuis nauwelijks voor. Pas toen ik zelf ging studeren, begon ik te begrijpen hoe de samenleving in elkaar zit. Ik leerde wat het betekent als politieke partijen beloftes doen en wat de gevolgen zijn van economische beslissingen op lange termijn. Deze inzichten maken het volgens mij makkelijker om een goed doordachte keuze te maken bij verkiezingen.
Een voorbeeld hiervan kwam naar voren tijdens een discussie met mijn broer, die zijn middelbare school niet heeft afgemaakt. Bij de laatste verkiezingen stemde hij op een partij waarvan ik weet dat deze niet in zijn belang handelt. Zijn reactie? “Ze klinken in ieder geval eerlijk.” Dat is precies mijn punt: de politiek zit vol mooie woorden en aantrekkelijk klinkende beloftes, maar zonder achtergrondkennis kun je soms moeilijk zien wat er echt achter zit. Hoe kun je dan beslissen wat het beste is voor het land?
Stemrecht is volgens mij een verantwoordelijkheid, net zoals je een rijbewijs moet halen om veilig een auto te kunnen besturen. Een basisvereiste aan kennis zou er misschien voor zorgen dat mensen beter begrijpen waar ze voor stemmen. Een diploma toont aan dat iemand in staat is om analytisch na te denken, begrijpend te lezen en problemen op te lossen. Die vaardigheden zijn belangrijk in een wereld waarin politieke keuzes grote gevolgen kunnen hebben.
Dat gezegd hebbende, erken ik dat er uitzonderingen zijn. Niet iedereen zonder diploma is per definitie ‘niet geschikt’ om te stemmen. Er zijn mensen zonder hogere opleiding die zich grondig verdiepen in de politiek en zich goed informeren. Maar eerlijk is eerlijk: veel mensen stemmen vooral uit gewoonte, emotie of omdat een enkele boodschap hen aanspreekt. Dat is, naar mijn mening, niet de beste manier om een land te besturen.
Toen ik dit standpunt deelde op mijn werk, stuitte ik natuurlijk op veel weerstand. Collega’s vroegen zich af wie ik dacht te zijn om te bepalen wie er mag stemmen. “Iedereen mag toch zelf bepalen wat belangrijk is?” zeiden ze. Misschien hebben ze gelijk, misschien onderschat ik hoeveel mensen zich wél goed laten informeren. Toch blijf ik van mening dat een zekere basiskennis noodzakelijk is om complexe vraagstukken als gezondheidszorg, migratie en internationale handel goed te doorgronden.
Mijn pleidooi is niet voor een samenleving waarin mensen worden uitgesloten, maar voor een samenleving waarin we beter nadenken over de keuzes die we maken. Ik denk dat een diploma of tenminste een basisniveau van scholing daarbij zou helpen. Natuurlijk is het een stevige maatregel, en ik begrijp dat veel mensen hier niet mee eens zullen zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit in het belang is van een gezonde democratie.
Mensen die beslissingen nemen over de toekomst van ons land zouden moeten begrijpen wat de impact is van hun stem. Een zekere mate van kennis kan hen daarbij helpen. Uiteindelijk wil ik een samenleving waarin iedereen weloverwogen keuzes maakt, en ik geloof dat deze verandering een stap in de juiste richting kan zijn.